Dieren in het dorp


Ik herinner me dat toen we bij mijn oma en opa in het dorp woonden, zij konijnen hielden. En ik vond het altijd leuk om ze te knuffelen. Ze hadden echt veel konijnen die ze fokten voor het vlees. En helaas, zo gaat dat in het dorp, dat ze dieren fokken om in hun levensonderhoud te voorzien. En elke keer als een vriendin op bezoek kwam, was ze absoluut geschokt dat de konijnen die wij hadden voor het vlees en voor de fok waren. Want mijn vriendin in het dorp had alleen maar dieren voor iedereen om te aaien. Ze vertelde me altijd hoe iemand zo\’n schattig dier als een konijn kon doden. Ik voelde dat helemaal niet zo, omdat ik ermee was opgegroeid.

Ideální mazlíček.

We aten een paar keer per maand konijn dat echt op mijn zenuwen werkte. En sindsdien heb ik een absolute hekel aan konijnenvlees. Ik vind het helemaal niet lekker en ik kan het zelfs niet ruiken. Toen mijn grootouders het fysiek niet meer aankonden, stopten ze met het fokken van konijnen. Ze gaven de rest weg. Daarna namen mijn opa en oma gewoon een hond en een kat en leefden hun rustige leventje.

Úžasný kočičí pohled.

Ik was toen al volwassen, maar ik ging nog heel vaak naar mijn grootouders. Omdat ik hou van de grote nostalgie die bij mijn opa en oma thuis is. Ze hebben nog steeds een grote schuur waar ze hooi en stro hebben liggen. Het ruikt altijd zo lekker als ik daar kom. Ze kunnen er geen afstand van doen. Dus soms slaapt hun hond of kat daar. En ik moet zeggen dat toen mijn opa en oma jong waren, ze zoveel dieren hadden, ik denk niet dat iemand ze kon tellen. Maar zo is het altijd geweest in het dorp. Iedereen in het dorp had dieren en vroeger was dat heel normaal. Ik herinner me dat mijn oma en ik vroeger ganzen plukten voor de veren, die mijn tante gebruikte om quilts van te maken. Ik zeg je, het waren de mooiste dekbedden die ik ooit heb gehad. Ze waren warm en van goede kwaliteit. De dieren weten wat goed is. Nu hebben we die dekbedden niet meer, maar ik denk graag terug aan het ganzendons.